Rond directe democratie heerst vaak spraakverwarring. Deze begrippenlijst draagt hopelijk bij aan meer helderheid. De begrippen overlappen elkaar vaak. Een correctief referendum kan bijvoorbeeld zowel adviserend als bindend zijn.
Adviserend referendum: Een niet-bindend referendum, waarvan de uitslag genegeerd kan worden door de overheid.
Beslissend referendum: Een referendum waarvan de uitslag door de overheid uitgevoerd moet worden. Het tegendeel van een adviserend of consultatief referendum.
Bindend referendum: Hetzelfde als een beslissend referendum.
Boycotactie: Als een referendum met opkomstdrempel gehouden wordt, en tegenstanders van het referendum dreigen te verliezen, heeft het voor hen soms zin om een boycotactie te organiseren. Men roept op om niet te gaan stemmen zodat het referendum ongeldig wordt verklaard. Dit is één van de vele redenen om geen opkomstdrempels in te voeren.
Burgerinitiatief: Het recht van burgers om een voorstel in te dienen in bijvoorbeeld een gemeenteraad, Provinciale Staten of de Tweede Kamer. Dit is slechts een agendarecht en leidt niet tot een referendum.
Consultatief referendum: Hetzelfde als een adviserend referendum.
Correctief referendum: Een door burgers aangevraagd referendum over een door de overheid aangenomen wet/verordening of een genomen besluit. Het doel van de burgers die het referendum aanvroegen, is het terugdraaien (corrigeren) van het besluit. Het correctief referendum staat tegenover het volksinitiatief (een referendum over door burgers aangedragen onderwerp).
Directe democratie: Een besluitvormingssysteem waarin burgers hun democratische besluitvormingsrechten direct uitoefenen, via bijvoorbeeld referenda, in plaats van alleen indirect via verkiezingen. In tegenstelling tot beweringen van tegenstanders kan de directe democratie heel goed ingebed worden in een vertegenwoordigend systeem. De meeste Westerse staten kennen een vertegenwoordigend systeem aangevuld met referenda of andere vormen van directe democratie. De mengvorm tussen directe en vertegenwoordigende democratie is de norm.
Facultatief referendum: Een referendum dat gehouden wordt nadat burgers handtekeningen hebben ingezameld (dat, met andere woorden, niet automatisch op grond van de wet gehouden wordt). Het tegenovergestelde van een obligatoir of verplicht referendum.
Handtekeningendrempel: Het minimum aantal handtekeningen of andere ondersteuningsverklaringen die de organisatoren van een referendumaanvraag moeten verzamelen om het referendum te verkrijgen.
Obligatoir referendum: Een referendum dat op grond van de wet gehouden moet worden (in Zwitserland moeten bijvoorbeeld alle grondwetswijzigingen verplicht aan de burgers worden voorgelegd).
Opkomstdrempel: Drempel voor de geldigheid van een referendumuitslag; als bijvoorbeeld minder dan 50% van de kiezers komt stemmen, is het referendum ongeldig. Opkomstdrempels zouden geheel vermeden moeten worden omdat ze boycotacties uitlokken en de minderheid hun zin geven terwijl de meerderheid net nakijken heeft.
Qourum: Hetzelfde als een opkomstdrempel.
Raadplegend referendum: Een term die in de Nederlandse politiek gebruikt wordt: een niet-bindend referendum dat door de Tweede Kamer, Provinciale Staten of een gemeenteraad wordt uitgeschreven (‘de politiek raadpleegt burgers’).
Raadgevend referendum: Een term die in de Nederlandse politiek gebruikt wordt: een niet-bindend referendum dat door burgers is aangevraagd via handtekeningeninzameling (‘burgers geven raad aan de politiek’).
Verplicht referendum: Hetzelfde als een obligatoir referendum.
Volksinitiatief: Een referendum over een door burgers geformuleerd voorstel. Dit is het kernstuk van een directe democratie. In Zwitserland bestaat het volksinitiatief op federaal niveau al sinds 1891.