Steeds meer burgers nemen in hun eigen buurt en wijk ideële initiatieven met een meerwaarde voor de samenleving. Ze runnen als vrijwilliger een buurtcentrum, nemen taken in de groenvoorziening over, beginnen een kinderboerderij, richten een lokale munteenheid op om lokale ruilhandel te bevorderen, starten een buurtzorgcoöperatie of beginnen een alternatieve energievoorziening. Dit soort burgerinitiatieven leveren veel meerwaarde op voor de samenleving:

  • ze leveren waardevolle diensten aan de gemeenschap;

  • ze versterken de sociale cohesie;

  • ze zorgen voor ‘eigenaarschap’ van burgers.

Dergelijke burgerinitiatieven hebben niet altijd, maar soms wel enige hulp of medewerking nodig van hun gemeente. Soms gaat het erom dat burgers een bepaalde overheidstaak willen overnemen omdat zij dat beter of goedkoper kunnen en dan moet de overheid daar uiteraard mee akkoord gaan; soms wil een burgerinitiatief gebruik maken van een leegstaand overheidsgebouw; soms hebben ze wat geld nodig voor een haalbaarheidsonderzoek. Een aantal gemeenten werkt hieraan mee, maar dit is lang niet altijd het geval.

Vooral in Groot-Brittannië zijn de buurtrechten goed verankerd, in de Localism Act. Van de Engelse praktijk kunnen we veel leren en inspiratie opdoen.

Wat zijn de belangrijkste buurtrechten?

Buurtrechten bestaan vooral uit drie zaken:

  • Right to bid (het recht om te bieden): als er publiek onroerend goed (gebouwen of landgoed dat eigendom is van de overheid) ongebruikt blijft of vrij komt, dan heeft het collectief van buurtbewoners als eerste het recht om een bod uit te brengen op dit onroerend goed. Soms kunnen voorzieningen ook tijdelijk ter beschikking worden gesteld aan bewonersgroepen.

  • Right to challenge: als bewonersgroepen denken dat ze een publieke taakbeter of goedkoper kunnen uitvoeren dan het gemeentebestuur of de instelling die dat nu doet, dan hebben ze het recht de opdrachtgever ‘uit te dagen’ om het beter te doen. Eventueel moet het gemeentebestuur de openbare aanbesteding opnieuw doen, zodat de bewonersgroep de kans krijgt om mee te dingen. Hierbij hoort dat gemeenten inzichtelijker maken hoeveel geld zij besteden aan welke publieke taken. Het right to challenge is inmiddels opgenomen in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, maar heeft nog veel te weinig handen en voeten gekregen.

  • Right to plan: als bewonersgroepen dit willen, kunnen zij het initiatiefnemen om buurtontwikkelingsplannen op te stellen die vervolgens onderdeel kunnen worden van gemeentelijke plannen voor gebiedsontwikkeling.

Meer Democratie wil dat deze buurtrechten in de regelgeving worden opgenomen, hetzij via lokale verordeningen, hetzij via algemene wetgeving of opname in verschillende specifieke wetten (zoals de al genoemde Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Indien dat niet gebeurt, gebeurt er te weinig mee en zijn burgers afhankelijk van de toevallige goodwill van een ambtenaar of wethouder.

Initiatieven van de regering

Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken onderkent het belang van burgerinitiatieven en denkt na over buurtrechten. In zijn nota “Vitale lokale democratie: Richting en ruimte voor verandering” (8 januari 2015) heeft hij een experimentenwet aangekondigd die aan proefgemeenten de ruimte geeft om bepaalde wetgeving die belemmerend werkt voor burgerinitiatieven, op te schorten. Ook heeft Plasterk aangekondigd dat zijn ministerie in de tweede helft van 2015 een standpunt zal innemen of bepaalde buurtrechten door de wet gegarandeerd moeten worden.

Externe links