De Eerste Kamer heeft vandaag in tweede lezing ingestemd met het schrappen van de kroonbenoeming van de burgemeester en de commissaris van de koning uit de grondwet haalt. Daarmee is de deconstitutionalisering van de kroonbenoeming eindelijk een feit. De aanstellingswijze van de burgemeester kan voortaan bij gewone meerderheid worden gewijzigd.

Kroonbenoeming sinds 1848

In 1848 is in de Nederlandse grondwet opgenomen dat de burgemeester en commissaris van de koning door de kroon worden genomen. Deze grondwetsbepaling was de reden waarom het in Nederland tot nu toe altijd onmogelijk is geweest om de gekozen burgemeester in te voeren. Nederland vormt daardoor een uitzondering in de westerse wereld: in bijna alle andere westerse landen wordt de burgemeester door de bevolking of door de raad gekozen.

Al sinds de negentiende eeuw worden er pogingen ondernomen om de kroonbenoeming uit de grondwet te schrappen. Maar deze strandden steeds weer omdat een grondwetswijzigingen in Nederland twee lezingen (met tussentijdse verkiezingen) en een tweederde meerderheid vereisen. Met name de Eerste Kamer is notoir in het blokkeren van bestuurlijke vernieuwingen. De meest recente poging sneuvelde op deze manier in 2005, toen in de Nacht van Van Thijn de gehele PvdA-fractie zich tegen een vergelijkbaar voorstel keerde.

Parlementaire behandeling

D66-Kamerlid Gerard Schouw nam in 2012 het initiatief voor een nieuwe poging. Het voorstel kon in eerste lezing rekenen op brede steun. De kansen namen des te meer toe nadat de coalitiepartijen in het regeerakkoord van Rutte-III afspraken dat het voorstel zou worden doorgezet. De Tweede Kamer stemde in de tweede lezing met maar liefst 147 stemmen voor in met de grondwetswijzing: enkel de SGP was nog tegen.

Toch bleef het lang spannend in de Eerste Kamer. Coalitiepartijen VVD, CDA en ChristenUnie stelden zich bij het debat vorige week zeer kritisch op, net als oppositiepartij PvdA. De Partij voor de Dieren overwoog zelfs tegen te stemmen om D66 te beschadigen. In de aanloop van het debat voerden zittende burgemeesters de druk op senatoren op om zich tegen deconstitutionalisering van de kroonbenoeming te keren. Om de weerstand weg te nemen, ging D66 akkoord met een motie van het CDA-Kamerlid Ton Rombouts waarin randvoorwaarden voor de nieuwe aanstellingswijze werden afgesproken (de burgemeester moet o.a. onafhankelijk blijven en boven de partijen staan). Hiermee trachten zij om de nieuwe stellingswijze zo dicht mogelijk bij de oude situatie te laten houden.

Uiteindelijk werd het voorstel aangenomen met 55 stemmen voor en 11 tegen. Naast de coalitiepartijen, stemden ook PVV, SP, GroenLinks, 50plus en Partij voor de Dieren in. Enkel PvdA, SGP, OSF en VVD-senator Ankie Broekers-Knol stemden tegen de grondwetswijzing.

Diverse varianten mogelijk

Deze grondwetswijziging maakt weliswaar de weg vrij voor een nieuwe aanstellingswijze van burgemeesters, maar laat helemaal open hoe dat dan zou moeten. Grofweg zijn er drie varianten mogelijk: een rechtstreekse door de burgers gekozen burgemeester, een door de raad gekozen burgemeester of het Belgische model, waarbij de lijsttrekker van de grootste partij automatisch burgemeester wordt. Ook kan er theoretisch gekozen kunnen worden om alles bij het oude te laten, maar dat lijkt niet te gebeuren. Onder partijen is verdeeldheid over welk stelsel er in de plaats moet komen van de huidige aanstellingswijze.

PvdA, SP en GroenLinks zijn voorstander van een door de raad gekozen burgemeester. D66, PVV, 50plus, DENK en Forum voor Democratie hebben zich expliciet uitgesproken voor een direct gekozen burgemeester. De VVD is onduidelijk over haar voorkeur. Alleen CDA, ChristenUnie en SGP zijn überhaupt tegen de gekozen burgemeester.

De toekomst

De komende jaren lijkt het er op dat alles bij het oude zal blijven. De Eerste Kamer heeft in een motie randvoorwaarden gesteld aan de nieuwe aanstellingswijze van de burgemeester, die in de praktijk directe verkiezingen uitsluiten. D66-fractievoorzitter Rob Jetten heeft aangekondigd deze kabinetsperiode niet met voorstellen voor een direct gekozen burgemeester te komen.

Toch is de deconstitutionalisering een belangrijke stap: de kroonbenoeming in de grondwet vormde tot vandaag de belangrijkste barrière voor invoering van de gekozen burgemeester. De toezeggingen in o.a. de motie-Rombouts hebben geen juridische kracht en gelden daarom slechts tot de volgende verkiezingen. Nu de politieke verhoudingen tijdens verkiezingen zeer snel kunnen veranderen in Nederland, is het zeer goed mogelijk dat er tijdens een volgende Kamertermijn een meerderheid is voor de direct gekozen burgemeester of dat deze tijdens de coalitieonderhandelingen wordt afgedwongen.