Binnenkort behandelt de Eerste Kamer de grondwetswijziging die het bindend correctief referendum mogelijk maakt. In de Tweede Kamer is hierin op het laatste moment een torenhoge drempel voor een geldige uitslag in de grondwetswijziging opgenomen: het aantal nee-stemmers moet gelijk zijn aan minimaal de helft van de opkomst van de laatste Kamerverkiezingen (ofwel momenteel 41% van alle kiesgerechtigden). De meeste referenda zullen daardoor ongeldig worden verklaard. Het referendum wordt een tandeloos instrument.
Deze ingewikkelde ‘uitkomstdrempel’ zorgt ervoor dat een opkomst van wel 60 of 70 procent nodig is om een referendum te ‘winnen’. Een rekensom laat zien dat als bij een referendum bijvoorbeeld 60% tegen stemt, de opkomst bijna 70% moet zijn: anders is het aantal nee-stemmers lager dan 41% van alle kiesgerechtigden. Dit zou Nederland wereldwijd één van de hoogste geldigheidseisen voor referenda geven.
Bijna alle referenda ongeldig
Hiermee wordt voor referenda een veel hogere opkomst geëist dan die van bijna alle verkiezingen in Nederland – alle behalve de Kamerverkiezingen. Dat is een onredelijke eis voor een referendum waarbij maar één onderwerp op de agenda staat. Alle 3 gehouden nationale referenda in Nederland zouden bij deze drempel ongeldig zijn verklaard, zelfs het Europese grondwetsreferendum in 2005 waarbij de opkomst tientallen procenten hoger was dan bij de Europese verkiezingen.
Een internationale vergelijking komt tot soorgelijke conclusies. Hoogleraar Tom van der Meer keek naar alle nationale referenda die sinds 1995 in andere Westerse staten zijn gehouden en die lijken op het type dat nu voor Nederland wordt voorgesteld. Zijn conclusie: van de 17 zouden er slechts 2 geldig zijn verklaard bij de nu voorgestelde uitkomstdrempel.
Geen positieve effecten
Het referendum heeft veel positieve effecten. Het noodzaakt politici om actief naar draagvlak te zoeken en signalen uit de samenleving vroegtijdig op te pikken. Het houdt politici bij de les en zorgt voor besluitvorming die door de burgers als eerlijk en rechtvaardig wordt ervaren, ook door de meeste verliezers. Maar die effecten worden door de torenhoge uitkomstdrempel teniet gedaan. Het leidt ongetwijfeld bij politici tot de houding dat ze het referendum toch wel zullen winnen. Het geeft hen een prikkel om bestaande weerstanden niet serieus te nemen en publieke debatten te ontduiken.
De hoogte van zo’n drempel hoort niet in de grondwet thuis, maar in uitvoeringswetgeving. Net zoals de hoogte van de maximum snelheid niet in de grondwet thuis hoort. Door zo’n drempel in de grondwet op te nemen, wordt hij in steen gebeiteld en wordt het uiterst moeilijk de drempel later nog aan te passen als de praktijk laat zien dat hij niet werkt.
Hoeder van de grondwet
De Eerste Kamer is de hoeder van de grondwet en de kwaliteit van wetgeving. Zij kan nog voor een aanpassing zorgen. Roep daarom de Eerste Kamer op om deze onwerkbare en oneerlijke uitkomstdrempel te schrappen!
Teken nu de oproep voor een eerlijk referendum!