Vandaag - donderdag 11 oktober - vond de zitting plaats bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) van onze rechtszaak tegen minister Ollongren wegens de afschaffing van het referendum. Deze rechtszaak is geen gelopen race, maar het feit dat de rechters zeer kritisch waren richting Ollongren's advocaat geeft ons moed. De uitspraak wordt verwacht voor eind november.

Tot nu doken de rechters

Tijdens de parlementaire behandeling van de intrekkingswet waarmee het referendum wordt afgeschaft, is Meer Democratie al twee keer naar de rechter gestapt. Eerst naar de bestuursrechter, toen de civiele rechter. In beide gevallen doken de rechters. Ze zeiden niet te willen ingrijpen in het nog lopende wetgevingsproces, verklaarden zich onbevoegd tot een oordeel en verwezen naar elkaar. Pas vandaag zijn we toegekomen aan een inhoudelijke behandeling bij een rechter van onze eis, namelijk dat de regering de wet niet aan z’n laars kan lappen door met juridische trucs een referendum over het referendum te voorkomen, terwijl de bestaande wet ons daar recht op geeft.

Moeten politici zich aan de wet houden?

Wat volgt is voer voor juristen. Het komt neer op de vraag in hoeverre een nieuwe “wetgever” (het nieuwe parlement) zich moet houden aan wetgevingsprocedures die door de oude “wetgever” zijn opgesteld. De “oude” wetgever had in de Wet Raadgevend Referendum dwingende regels gegeven over het toelaten van referenduminitiatieven vanuit de bevolking. Elke nieuwe referendabele wet of verdrag mocht pas ingaan nádat de burgers de kans hadden gehad om een referendum aan te vragen en, bij voldoende handtekeningen, ook te houden. Dat geldt dus ook voor de intrekkingswet waarmee het referendum zou worden afgeschaft. De intrekkingswet zou pas geldig kunnen worden (en dus het referendum intrekken) nádat een referendum daarover had plaatsgevonden.

Maar uit angst wilde de regering een referendum over het referendum koste wat kost voorkomen. Daarom gebruikten ze  een abstract-juridische truc dat de intrekkingswet met terugwerkende kracht in werking zou treden meteen na publicatie in het Staatsblad. Een truc die alleen in de papieren werkelijkheid kan plaatsvinden en als enig doel had om onder een referendum uit te komen. Maar de oorspronkelijke indieners van de referendumwet hadden zulke trucs al voorzien en bepaalt dat die ongeldig waren.

De Raad van State toonde zich gisteren scherp en kritisch in de richting van de landsadvocaat door een aantal pittige vragen, die juist gingen over wat de werking is van een  ‘oude’ wet ten opzichte van een ‘nieuwe’ wet. Zoals onze advocaat Jan van der Grinten uitlegde met een mooie metafoor: “Als de wetgever wil dat alle wetten alleen nog maar per Twitter bekend gemaakt hoeven te worden, dan zal ze toch eerst de nodige wetswijziging zelf via de oude weg moeten afhandelen – inclusief publicatie in het Staatsblad - en kan deze wet niet zelf per Twitter bekend worden gemaakt.”

Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)

Een tweede belangrijk punt voor ons is dat we vinden dat de democratie ingeperkt wordt door het op deze manier afschaffen van het referendum en dat die inperking inbreuk doet op het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), namelijk op artikel 10 waarin ‘het recht op vrijheid van meningsuiting’ is geregeld. Aan de hand van een aantal arresten toonden onze advocaten gisteren aan dat het afschaffen van het referendum een inperking van die vrijheid is.

De Raad van State vroeg ook hier kritisch aan de landsadvocaat of zij erkende dat er sprake was van vermindering van de democratische verworvenheden. Nou nee, dat vond ze niet, de minister had namelijk al aangegeven het niet eens te zijn met de constatering dat er minder democratie zou zijn door het afschaffen van het referendum. Deze bizarre constatering, nota bene uit de mond van een minister van D66 huize, stond in schril contrast met de door onze advocaat aangehaalde opmerking van professor Tom van der Meer dat er geen alternatief voor het referendum is dat op dezelfde manier de extra zeggenschap van mensen regelde (en dan met name ook nog voor mensen uit bevolkingslagen die zich matig gerepresenteerd voelen door de politiek).

Uitspraak

We verwachten de uitspraak van de Raad van State voor eind november. We hebben vanzelfsprekend geen enkele garantie dat we gelijk gaan krijgen, maar het feit dat de Raad van State zich erg kritisch toonde tegenover de landsadvocaat geeft ons hoop.