1. Het is een grondrecht
Artikel 3 van de Grondwet stelt: “Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.” Artikel 1 verbiedt discriminatie wegens o.a. politieke gezindheid. Hieruit volgt maar één conclusie: het bij voorbaat uitsluiten van partijloze Nederlanders is een vorm van discriminatie die niet is toegestaan. Zij hebben recht op een gelijke behandeling, juist ook van de overheid.
Hoe komen politici dan toch weg met het bij voorkeur benoemen van partijleden? Dit komt omdat zij in de Algemene Wet Gelijke Behandeling (die artikel 1 van de Grondwet uitwerkt) een uitzondering hebben opgenomen voor benoemingen in het openbaar bestuur (artikel 5 lid 4). Hierdoor kunnen rechtbanken of het College voor de Rechten van de Mens niet ingrijpen als zij klachten krijgen.
2. In de grootste vijver is het beter vissen
97,5 procent van de kiesgerechtigde Nederlanders is geen partijlid. Zij worden bij voorbaat uitgesloten van benoemingen. Hieronder zitten veel hooggekwalificeerde mensen die hun sporen hebben verdiend in bestuursfuncties in o.a. het bedrijfsleven, de publieke sector en het bedrijfsleven.
Een publieke baan zou altijd naar de beste persoon moeten gaan, ongeacht of hij/zij wel of geen partijlid is. De overheid heeft de kwaliteiten van deze mensen hard nodig.
3. Adviesraden horen onafhankelijk zijn
Ook de honderden adviesraden in Nederland – bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, het Centraal Planbureau, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer enz. - worden grotendeels gevuld met leden van de partijen die af en aan in de coalitie zitten. Het is hun taak de regering onafhankelijk te adviseren en kritisch te volgen.
Die onafhankelijkheid staat onder grote druk als mensen allemaal uit hetzelfde circuit komen, in grote lijnen hetzelfde denken en elkaar meestal persoonlijk kennen. Deze praktijk leidt tot een cultuur van elkaar de hand boven het hoofd houden, tunnelvisies en volgzaamheid.
4. Een eerlijke overheid bevordert vertrouwen en draagvlak
Nederlanders hebben een hekel aan politici die elkaar aan banen helpen (“Baantjesjagers! Vriendjespolitiek!”, “Plucheplakkers!”). Een overheid die haar functionarissen eerlijk en onpartijdig benoemt, bevordert het vertrouwen in de overheid en het draagvlak voor de publieke besluiten die die functionarissen nemen. Juist de overheid moet het goede voorbeeld geven als het gaat om neutraliteit, onpartijdigheid en gelijke behandeling.
5. Thorbecke waarschuwde hier al voor
Er was een reden voor de vader van onze grondwet, Thorbecke, om artikel 3 in zijn grondwetsontwerp op te nemen. Hij wantrouwde politieke partijen en vreesde dat zij te dominant zouden worden en de overheid zouden overnemen.
6. Normen voor anderen gelden ook voor onszelf
Menig politicus in Nederland laat zich kritisch uit over de vermeende corruptie en nepotisme op bijvoorbeeld de overzeese koninkrijksdelen, waar politici elkaar dekken en aan banen helpen. Maar als we kritisch zijn over wat daar gebeurt, moeten we dat ook zijn bij onszelf. Het mechanisme is in beide gevallen hetzelfde: vriendjespolitiek, voor wat hoort wat, “nu ben jij aan de beurt, de volgende keer ik”.
Het kan anders
Er is een alternatief voor de huidige praktijk dat zich al sinds anderhalve eeuw in Engeland bewezen heeft. Lees hier ons voorstel.
Teken hier ons burgerinitiatief Stop Partijpolitieke Benoemingen >>>