De probleempunten van CETA zijn dezelfde die in TTIP-verband worden besproken:
Minder zeggenschap, slechtere wetgeving
De ruimte voor ons als Nederland om zelf democratisch te besluiten over sociale bescherming, consumentenrechten en het milieu wordt ernstig beperkt. We worden gedwongen de vaak slechtere wetgeving en lagere standaarden uit Amerika te accepteren op het vlak van consumentenbescherming, voedselveiligheid, milieu en sociale standaarden.
Geheime arbitrage
In CETA staat de meest vergaande vorm van ISDS (de beruchte Investor-State Dispute Settlement) Bedrijven kunnen staten aanklagen voor geheime arbitragehoven als zij democratische besluiten nemen die in de ogen van de bedrijven nadelig voor hen uitpakken (het beruchte ISDS). In tweederde van de gevallen moet de overheid betalen, soms tientallen miljarden (!) euros. Eén zo’n boete kost uw modale gezin 2.000 euro. Uiteraard zorgt alleen de dreiging met een aanklacht door een bedrijf al dat overheden bepaald beleid überhaupt niet willen overwegen. Alleen buitenlandse ondernemingen mogen naar dit arbitragehof stappen, Nederlandse niet, en veel kleinere ondernemingen kunnen de gang naar een arbitragehof (kosten: 6 tot 8 miljoen euro) niet betalen.
Sluipende uitbreiding van bevoegdheden
De verdragen richten een ‘Regulatory Cooperation Council’ op die de macht krijgt om, na het ingaan van TTIP, door te gaan met gelijkschakeling van Europese en Amerikaanse wetgeving zonder dat parlementen of burgers daar iets over te zeggen hebben.
Onleesbaar verdrag
Last but not least is het een onleesbaar document van ruim 1600 pagina’s, in vage ambtelijk-technocratisch taal, onlogisch gestructureerd en met 400 pagina’s aan bijlagen. Verantwoordelijk eurocommissaris Malmström heeft aangegeven niet opnieuw over (aspecten van) CETA te gaan onderhandelen.